Werkgeheugen

We doen een beroep op ons geheugen als we iets willen onthouden. Om goed te kunnen onthouden moeten we informatie kunnen opnemen, opslaan en weer terughalen. Informatie opnemen doen we met onze zintuigen. Alle zintuigen zijn hierbij betrokken. Maar ieder mens heeft zo zijn eigen voorkeur voor welk zintuig hij gebruikt om informatie op te nemen. De ene persoon doet dit het best als hij iets hoort en ernaar kan luisteren, een ander wil het altijd eerst zien. Maar er zijn ook mensen die het best leren door aanraking; zij moeten iets gevoeld hebben.

We hebben verschillende soorten geheugen

  • Het auditieve geheugen heeft betrekking op wat we horen.
  • Het visuele geheugen heeft betrekking op wat we zien.
  • Het tactiele geheugen heeft betrekking op wat we voelen en aanraken.
  • Het kinesthetisch geheugen heeft betrekking op iets wat we ervaren hebben.

Korte- en lange termijn-geheugen

Nadat we informatie hebben opgenomen, willen we die opslaan. Allereerst komt de informatie terecht in het korte termijngeheugen, waar ze enkele minuten wordt vastgehouden. In deze tijd wordt gekeken wat ermee moet gebeuren. Willen we de informatie onthouden? En zo ja, waar slaan we die op in onze hersenen? Er vindt in deze minuten dus een selectie plaats. Na de selectie wordt de informatie doorgestuurd naar het lange termijngeheugen. Hier kan de informatie als we dat willen ons hele leven blijven en eventueel ook weer teruggehaald (herinnerd) worden.

Beelddenker of dyslexie

Veel kinderen met een visuele disfunctie, die in beelden denken of dyslexie hebben, hebben een niet zo sterk ontwikkeld korte termijngeheugen. En dat is erg lastig als je in de klas zit en de juf of de meester legt je iets uit. Ook voor jou als ouder wordt nu misschien duidelijk waarom je zoon of dochter regelmatig iets vergeet of verkeerd begrijpt. Het zijn de kinderen van wie we zeggen: het gaat het ene oor in en het andere oor uit.

Het geheugen trainen

Het geheugen is net als spieren goed te trainen. Omdat er verschillende soorten geheugen zijn, is het belangrijk dat er gericht getraind wordt en dat je dus weet waar het probleem zit.

Werkgeheugenonderzoek

Vermoed je dat er vooral een probleem is met het werkgeheugen, dan kan dit onderzocht worden. Kan je kind instructies maar niet onthouden of vraagt het telkens: “Wat moest ik ook al weer doen?” dan kan het probleem in het werkgeheugen zitten.