Ga naar de inhoud
Symptomen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van ongeremde primitieve reflexen
- Het kind zit het liefste op één of beide benen.
- Tijdens het schrijven ligt het hoofd van het kind bijna op de tafel.
- Het hoofd wordt ondersteund met de niet schrijvende hand.
- Het handschrift buigt naar beneden of boven aan het einde van de zin.
- Tijdens het overschrijven worden herhaaldelijk fouten gemaakt.
- Het kind gebruikt de vinger of een liniaal tijdens het lezen of overschrijven.
- Het overschrijven van het bord of uit een boek gaat erg langzaam.
- Het kind heeft een verkrampte of vreemde pengreep.
- Het kind ‘hangt’ altijd in de stoel met het hoofd achterover en de benen uitgestrekt.
- Het niet kunnen stilzitten of niet kunnen stoppen met praten of geluiden maken.
- Schrikken van harde geluiden.
- Bij het fietsen draait het stuur bij het omkijken mee.
- Het kind plast boven de leeftijd van 5 jaar nog regelmatig in bed of in de broek.
- Lezen gaat langzaam.
- Tijdens het lezen beweegt het hoofd mee met de gelezen woorden.
- Het kind is ‘onhandig’, gooit bv. vaak drinken om.
- Het kind kan niet of moeilijk: zwemmen, ballen vangen, fietsen, huppelen,
gedifferentieerde bewegingen maken, touwtjespringen of evenwichtsspelletjes.
- Letters en cijfers worden omgekeerd opgeschreven. Bijvoorbeeld b/d verwisseling.